"De Ridder mikt op Antwerpen, maar blijft voorlopig steken in aankondigingen" – Het rapport van minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA)

Annick De Ridder (N-VA) volgde Lydia Peeters op als Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken. Ze is een vertrouweling van Bart De Wever en is diep verweven in de Antwerpse haven. Dat is er aan te merken. Haar benoeming roept vragen op: verdedigt ze het algemeen belang, of vooral de Antwerpse dossiers? Wat vaststaat: de Oosterweelverbinding slorpt opnieuw een groot deel van het mobiliteitsbudget op.
Wat doet ze?
- Er loopt een investering van 400 miljoen euro in trams en elektrische bussen bij De Lijn.
- Fietsinfrastructuur blijft hoog op de agenda staan, net als extra middelen voor het onderhoud van wegen.
- Er is aandacht voor elektrificatie van het wagenpark en uitbreiding van oplaadpunten is aanwezig in de plannen.
Wat loopt fout?
- Ticketprijzen bij De Lijn stegen met 18%, een harde klap voor wie afhankelijk is van openbaar vervoer.
- De invoering van basisbereikbaarheid blijft problematisch. Het aanbod werd op sommige plaatsen afgebouwd, en De Lijn verzwakte structureel.
- Trajectcontroles worden op grote schaal geschrapt, terwijl verkeersveiligheid een blijvend probleem is in Vlaanderen.
- Er valt eigenlijk bitterweinig te melden over haar beleid.
Wat blijft vaag?
- Er is nog geen duidelijkheid over het Geïntegreerd Investeringsplan, dat net overzicht en transparantie moet bieden over grote mobiliteitsinvesteringen, ook op langere termijn.
- De minister komt voorlopig vooral met aankondigingen uit het regeerakkoord. Concrete uitvoering of opvolging blijft uit.
De Ridder scoort punten met investeringen in trams en fietsen, maar laat steken vallen op vlak van sociale toegankelijkheid en verkeersveiligheid. Mobiliteit blijft een terrein van grote noden, maar voorlopig mist haar beleid richting en breed draagvlak. Veel wijst erop dat prioriteiten eerder politiek dan publiek bepaald worden.
Miranda Ulens, algemeen secretaris Vlaams ABVV: “De prijsverhoging bij De Lijn treft net wie het minst alternatieven heeft. Investeren in nieuwe bussen is goed, maar zonder eerlijke tarieven en degelijk aanbod help je mensen niet vooruit. We vrezen dat dit beleid mobiliteit opnieuw tot een privilege maakt, in plaats van een recht. Investeren in openbaar vervoer zou een absolute prioriteit moeten zijn voor de Vlaamse regering.”